Avondspits in de trein. Alle bankjes zijn bezet. Voor een beetje privacy keren de meeste reizigers zich in zichzelf terug. Met een walkman, een beduimelde Metro of Spits, een boek of door glazig voor zich uit te staren. Ik duik in een taaie tekst.

In mijn zitje ploffen twee te zelfverzekerde dames neer. Ze zetten wat luidruchtig geroddel in over een collega.
Voorover gebogen over mijn A4-tjes irriteer ik me aan een sterke zurige aardgeur die niet te negeren valt. ‘Allemachtig wat stinkt dat wijf uit d’r b*k’, denk ik. Ik werp een steelse blik naar de mevrouw schuin tegenover me. Ze slobbert een 0-calorieën bieten-uien zure zompigheid naar binnen uit een tupperware bakje. ‘Gadverdamme’, denk ik.

De telefoon van haar reisgezel gaat. Haar stemvolume blijft ongewijzigd.

“Hij heeft nooit geld. Eerlijk gezegd word ik daar wel eens moe van. En dan denk ik, even onder ons hoor, ik weet niet wat hij verdient, dat weet hij wel van mij trouwens. We gaan weleens naar het Paard en dan drink ik een martini, nou dat is twee euro. Dan halen we omstebeurt een drankje. Maar hij drinkt Southern Comfort met 7-up. Dat is iedere keer weer zes euro.”
………………………………………..
“Ja, ’t maakt me verder niet uit hoor maar dan denk ik. Ik heb toch ook mijn huis, mijn beesten en mijn vaste lasten. Ach ja. Het maakt me verder ook niet uit.”
……………………………………..
“Ja, we moeten wel een cadeautje. Nou die reinigingsmelk van dat merk is al gauw twintig euro hoor. Ja, dat wil hij graag. Nou, ik heb eigenlijk nog nooit een cadeau van hem gehad. Nou ja dan doen we die kleine verpakking en nog iets erbij. Moet toch genoeg zijn?”
………………………………….
“Hij hoeft ook niet precies te krijgen wat hij wil.” ……………………………………………………
“Koop jij het dan?”

Related Images: