De luchtweerstand die een bobslee tegenkomt tijdens de afdaling kan honderdsten van seconden uitmaken op de eindtijd. Vandaar dat in een grote windtunnel in Marknesse de aerodynamica van het Nederlandse bobsleeteam is getest.

Oscar Lewis, student aan de Technische Universiteit (TU) in Delft, onderzoekt of hij de bobslee van het Nederlands Olympisch team technisch nog kan verfijnen. “Wij kopen onze bobsleeën nu van de concurrent: Duitsland of de Verenigde Staten. Eigenlijk weet je niet wat ze ons verkopen, daarom doen we onderzoek. Zelf meten is zelf weten.” Omdat de bobslee soepeltjes door de bochten moet kunnen bestaat de slee uit twee delen die scharnieren. Maar dit scharnierpunt geeft luchtweerstand.

Lewis onderzocht het effect van deze ‘spleet’ op de turbulentie. Ook de weerstand van de helm werd onderzocht. Het voorwerk deed hij met een schaalmodel in de kleine windtunnel op de TU in Delft. Met wollen draadjes en fluorescerende olie observeerde hij de luchtstromingen. In de grote windtunnel worden luchtstromen door middel van een rookpluim zichtbaar gemaakt (zie foto). De bobsleeërs gaan in korte sessies van een minuut of tien de windtunnel in. Langer gaat niet, want de wind koelt de mannen erg snel af. Bij een kacheltje warmen ze tussen de testen in weer op.

Onderzoeker en docent windenergie Nando Timmer houdt de resultaten in de gaten: “We testen verschillende configuraties. Het hoofd dieper, de helmen in lijn en de armen op een alternatieve manier ingetrokken. Zelf voelen ze natuurlijk wat de minste weerstand geeft. Ze willen graag weten welke houding ze zich kunnen permitteren. En of ze de meest optimale houding ook een minuut volhouden.”

Lewis voelt zich erg betrokken bij de prestaties van het team. Hij zit eind februari aan de buis gekluisterd. “Bij de “Formule 1 op ijs” komt het soms aan op een miniem verschil. Het gaat om die paar honderdsten van seconden die we er misschien net voor ze uit kunnen knijpen.”


Deze foto’s maakte in in maart 2006 voor VPRO’s Noorderlicht Online.

Related Images: