“Ik zag mijn moeders ogen volschieten“

“MARINIER LEON BOEHLE WELKOM THUIS UIT IRAK” staat in dikke witte letters op een knalrood spandoek op de gevel van zijn huis in de Stevenshof. Vrienden en familie zijn opgelucht en blij met de terugkomst van de uitgezonden Leidse militair afgelopen woensdag.

“Ik heb nog nooit zo sterk gevoeld dat er zo’n werkelijke bedreiging vastzit aan zijn beroep,” zegt moeder Corrie Boehlee op de ochtend van de dag dat haar zoon Leon thuis zal komen. “De afgelopen vier weken was het voor mij echt een drama. Er zijn al meer dan 400 Amerikaanse militairen gesneuveld. Dat betekent 400 kapotte gezinnen. De mogelijkheid dat er iets met Leon kon gebeuren voelde heel dichtbij.”

In de kamer staat een foto van haar zoon met een kaarsje in de hoek. “Niet dat ik zo bijgelovig ben hoor, maar toch.” Corrie toont de foto van haar zoon in een speciale uitrusting, een woestijnpak. Het kan plaatselijk enorm heet zijn in de Irakese woestijn. “En dan dragen ze er ook nog een kogelvrij vest onder. Ze moeten dan veel drinken, wel 7 liter per dag, daar hebben ze ook iets voor met een slangetje in de mond zodat ze continue water kunnen drinken.“

Leon Boehlee maakt deel uit van het Korps Mariniers. Deze strijdmacht werd in de zeventiende eeuw opgericht als een bijzonder onderdeel van de zeemacht voor het enteren van vijandelijke schepen. De elitegroep bestaat nog steeds, maar de taken van dit legeronderdeel zijn tegenwoordig veel uitgebreider. Voortdurende fysieke en conditionele training zorgt ervoor dat ze altijd paraat zijn om uitgezonden te worden. “Wij zijn altijd aan het trainen, altijd aan het sporten. We lopen lange afstanden. Andere legeronderdelen zijn veel minder fit.”

Ieder jaar traint de groep in andere klimatologische omstandigheden, zoals een wintertraining in Noorwegen en een bergtraining in Schotland. Ze kunnen worden ingezet bij gijzelingen, of hulp verlenen bij wateroverlast. En ze worden bij vredesmissies ingezet. Volgens Leon Boehlee was het best rustig op de plek waar zij gelegerd zaten, er gebeurde niet zoveel. “De eerste week was er een hittegolf in de woestijn. We bereiden ons wel voor op zulke omstandigheden. Op de kou kun je je voorbereiden, maar de hitte moet je gewoon doorstaan, ik had er niet zoveel moeite mee trouwens.”

Leon Boehlee zat in de groep die als eerste kwam en als laatste vertrok. Het kamp voor de andere groepen bouwde hij op. Verder begeleidden ze konvooien en liepen ze wacht. “We zaten midden in de woestijn. We konden alles zien aankomen dus het voelde ook niet bedreigend.” Corrie voelde dat op afstand toch anders. “Twee dagen voor de aanslag op de Italiaanse basis was Leon op die plek. Hij liep toch echt wel in een gevaarlijke omgeving rond.”

“Ik ben wel blij dat ik terug ben ja. Vierenhalve maand is lang genoeg geweest. Al mijn vrienden en mijn ouders kwamen me ophalen. Ik zag mijn moeders ogen letterlijk volschieten toen ze me zag.”

“Ik vond het altijd wel een stoer jongensberoep. Ik ben er altijd heel trots op geweest dat hij bij het Korps Mariniers zit. Dit is de eerste keer in vier jaar dat hij daadwerkelijk uitgezonden werd,” zegt Corrie. “Na deze zenuwslopende weken ben ik er toch onrustiger op. Je weet nooit waar hij in de toekomst naar toegestuurd wordt.“

Geplaatst in Leids Nieuwsblad op 26 novenmber 2003

Related Images: