Leiden – De monniksgier die 15 augustus in de Flevopolder overleed werd afgelopen zondag onder het toeziend oog van geïnteresseerden gevild en schoongemaakt. De preparatie van ‘Carmen’, zoals de unieke gier door vogelspotters wordt genoemd, was een eenmalig initiatief van Naturalis. Bezoekers konden voor één keer aanwezig zijn bij de werkzaamheden van preparateur Hein van Grouw. De monniksgier wordt opgenomen in de wetenschappelijke collectie van Naturalis.Als in een anatomisch theater staan drie rijen dik publiek en pers om preparateur Hein van Grouw heen. Persfotografen flitsen en camera’s draaien. De eerste snede wordt gezet in de borst van het dier. De werkplek van de preparateur is voor deze eenmalige gelegenheid geïmproviseerd in een lege tentoonstellingsruimte.
Niet van zijn stuk gebracht door de grote belangstelling gaat Van Grouw gestaag aan de slag. Soms geeft hij toelichting bij zijn handelingen of achtergrondinformatie over de vogel. Echte complicaties verwacht hij niet, alleen voorziet hij dat het prepareren van de vleugels meer aandacht zal vergen dan bij andere vogels. Van de dodelijke smak die de gier maakte tegen de trein hield ze verbrijzelde bovenarmen over. Van Grouw weerspreekt het verhaal dat Carmen in de rui was en daardoor niet vlot genoeg weg kon vliegen voor het naderende gevaar. “Kleine vogels verliezen hun veren in een korte tijd, in een paar weken, als ze in de rui zijn. Een zware vogel als deze wisselt zijn verendek heel langzaam over een periode van zo’n drie jaar. Juist om zijn vliegvermogen niet te verliezen.â€
De buik ligt open en de kop is aan de beurt. Aan een klein hijskraantje hangt de kop vanwaar het vel naar beneden afgestroopt wordt. “Papa, waarom doen ze dat?†vraagt een klein meisje ernstig bezorgd vanaf haar vaders arm, “doet dat geen zeer?†“Die vogel voelt dat niet meer, hij is al doodâ€, probeert de vader haar gerust te stellen. Het lukt niet echt.
In de loop van de middag is de opdringerige pers verdwenen. Argeloze bezoekers werpen een nieuwsgierige blik om de hoek en komen schoorvoetend binnen. Fanatieke vogelspotters die het niet lukte Carmen in levende lijve te spotten, zijn de hele dag van de partij om geen moment te missen. Het publiek heeft Van Grouw voor zichzelf en voelt zich vrij allerlei vragen te stellen.
“Hoe lang is z’n tong?â€. Van Grouw laat de omstanders zien wat zich in de snavel bevindt. “Heeft ie een adamsappel?†“Dat is een goeie vraag, dat weet ik eigenlijk niet.†“Waar komt ie nou terecht? †“In onze collectietoren, ergens bij de gieren tussen de vale gier en de uhh, dat weet ik niet precies.†“Bent u een dokter?†“Nee, ik ben geen dokter.†De preparateur geeft als hij kan uitgebreid antwoord en werkt onverstoorbaar door. Het is jammer dat de akoestiek zo slecht is en niet alle gesprekken goed te volgen zijn.
Het hele preparatieproces duurt langer dan deze zondag. Alleen aan het losmaken van het vel van lijf, kop, vleugels en poten komt Van Grouw vandaag toe. Het fijnere schoonmaakwerk doet hij later. De huid gaat vervolgens een sopje in en moet dan drogen. Daarna gaat deze in een bad met alcohol 70%. De huid die dan niet meer kan bederven wordt opgevuld met natuurlijk materiaal. In gestrekte vorm (als zogenaamde ‘balg’) slaat Naturalis het op bij het enige andere exemplaar dat op deze wetenschappelijke verantwoorde manier voor de toekomst wordt bewaard. Er bevinden zich nog drie andere monniksgieren in de collectie, maar die zijn op een andere, meer traditionele manier opgezet. Carmen krijgt geen plek in de tentoonstelling.
Carmen is de derde monniksgier die sinds 1800 in Nederland gespot is. Vanaf mei 2003 zijn haar omzwervingen van Spanje via Frankrijk naar de Nederlandse Oostvaardersplassen geobserveerd. In dit natuurgebied in de Flevopolder laat natuurbeheer dood groot wild liggen. De natuur mag daar zijn gang gaan. De kadavers zijn voor de gier prima voedsel. Carmen leek het er goed naar haar zin te hebben. Helaas betekende de botsing met de trein het einde van haar Europese trektocht.Geplaatst in Leids Nieuwsblad 21 augustus 2005
Geef een reactie