Kloten van de engel
Beschouwingen over de natuurlijkheid van cultuur
Martijn van Calmthout in gesprek met schrijver en gedragsbioloog Tijs Goldschmidt in het Wetenschapscafé van HoeZo Radio. Goldschmidt maakt zich sterk voor de emancipatie van de primaat en ziet zichzelf als klovendichter tussen mens en zoogdier. Hij ziet overeenkomsten tussen menselijke cultuur en natuurlijk gedrag bij dieren.
IJslandse hengsten poepen op de poep van hun soortgenoten. Door deze uiting van dominantie ontstaan er in het IJslandse landschap torens van paardenvijgen. Hij vergelijkt dit gedrag met de neiging die sommige mensen hebben de kunst van een ander te besmeuren.
In 1986 valt Gerard Jan van B. het schilderij ‘Who’s afraid of Red, Yellow and Blue III’ van Newman aan met een stanleymes. En in 1997 spuit Alexander B., een performancekunstenaar, een groen dollarteken op het schilderij ‘Supprematisme 1920-1927’ van Malevitch. Goldschmidt ziet in deze vormen van hedendaagse beeldenstorm een natuurlijke daad van kwaadaardige agressie. De beelden overstijgen hun materie, het zijn afspiegelingen van ideeën. Door ze kapot te maken wordt niet alleen het materiaal aangevallen. De denkbeelden erachter worden ook belaagd. ‘Ik schijt op jouw ideeën’, lijkt het achterliggend motief, analoog aan de paardevijgentorens.
Goldschmidt ziet het verknippen van de natuurdocumentaires van David Attenborough door de EO ook als een vorm van iconoclasme. Door Attenboroughs werk te vernielen tast de omroep de intentie van het werk aan. De EO maakt moedwillig andermans boodschap kapot en misbruikt daarmee het werk van Attenborough. In plaats van zelf documentaires te maken verminken ze het werk van een ander.
Gedragsbioloog Goldschmidt ziet ook moraal en cultuur bij dieren. Buffels trekken zich het lot aan van een soortgenoot die ten dode is opgeschreven. (Fragment Serengeti Symphony). En Nieuw Zeelandse orka-onderzoekers maakten een filmpje waarop te zien is dat ze samenwerken om een zeehondje van het drijfijs af te krijgen.
Kloten van de engel
Beschouwingen over de natuurlijkheid van cultuur
211 pagina’s | Athenaeum-Polak & Van Gennep | november 2007
Geef een reactie