Gevoelig getroffen door de recente bezuinigingswoede van de gemeente Leiden zoekt de ‘Vereniging natuurbeleving’ naar middelen om haar hoofd boven water te houden. De vereniging organiseert onder de noemer ‘Het Bewaarde Land’ natuurontdekkingstochten in de Wassenaarse duinen voor basisschoolleerlingen uit Leiden en omgeving.

Gerrit-Jan de Bruyn, gepensioneerd ecoloog/bioloog van de Universiteit in Leiden, is een van de drijvende krachten achter dit educatieve initiatief en vertelt waarom deze lessen moeten overleven. ‘Als je mensen milieubewust wilt laten leven moet een positieve ervaring met de natuur in hun kindertijd daar de basis voor leggen. De kinderen van nu zijn de stemmers in de nabije toekomst. Als ze niet op een prettige manier met de natuur in aanraking komen zien ze die als vies en eng, als een verzameling onkruid en ongedierte.’

Een vogel interrumpeert. De Bruyn spitst zijn oren, pakt een papiertje uit zijn zak, luistert nog eens en krabbelt ‘boomvalk’ onderaan een rijtje vogelnamen en vervolgt: ‘Sommige kinderen komen niet meer in aanraking met natuur. Ze kunnen niet eens een brandnetel van een dovenetel onderscheiden. Hoe kunnen we van die mensen, eens opgegroeid, verwachten dat ze respect hebben voor de diversiteit en het onvervangbare? Het is een overheidstaak om kinderen te leren over hun leefomgeving. Dat is elementaire basiskennis.’

Victor de Vos (6) en zijn vader Dick zijn vrienden van ‘Het Bewaarde Land’ en lopen met De Bruyn mee in het duin. ‘Slangekruid!’, roep Victor. ‘Inderdaad’, bevestigt De Bruyn, ‘als je kijkt naar het bloemetje lijkt het wel alsof ze haar gespleten tong uitsteekt’. ‘O, kijk eens, allemaal rupsen’, ziet Victor. ‘De rups van de kuifvlinder’, verduidelijkt De Bruyn.

Twaalfduizend euro per jaar was de subsidie die de organisatie een aantal jaren van de gemeente ontving. Bestuurslid Dick de Vos schetst de nijpende situatie die is ontstaan door het wegvallen van de financiële steun: ‘Tienduizend euro zijn we op jaarbasis kwijt aan onze coördinator, hem kunnen we echt niet missen. De andere tweeduizend besteedden we aan vrijwilligersvergoedingen. De vrijwilligers hebben op de laatste vergadering aangekondigd hun vergoedingen terug te storten als donatie. Heel erg aardig, maar dat zou niet moeten natuurlijk.’

De Bruyn: ‘We verwachten best veel van de vrijwilligers. Vijf weken zijn de kinderen met ‘Het Bewaarde Land’ bezig aan deze praktische vorm van projectonderwijs. Met een bezoek van twee vrijwilligers aan de school wordt het natuuronderricht ingeleid. Drie dagen brengen de kinderen vervolgens door in de Wassenaarse duinen. Vier vrijwilligers zijn dan de hele dag met de kinderen op pad. Die dagen heb je minimaal nodig om onze doelstelling te bereiken: Dat kinderen zich thuis voelen in de natuur, in hun element komen. Het is geen saaie biologieles. Er wordt gezongen, in bomen geklommen, het bos wordt verkend. De kinderen leren bomen, planten, paddestoelen en bessen kennen. We hebben er voor gekozen om de onderwerpen in spelvorm aan te bieden, in een sprookjesachtige samenhang. Dat boeit ze en houdt hun aandacht vast.’

De Vos: ‘We willen onze activiteiten uitbouwen, het programma aanpassen aan andere doelgroepen. Oudere kinderen bijvoorbeeld. Of teambuilding voor groepjes werknemers. Verjaardagspartijtjes waarin we een ochtend of middag met een groepje kinderen de natuur in trekken zijn al in trek. Op die manier proberen we financieel meer armslag te krijgen. We zijn overigens ook genomineerd voor de ‘Rabobank wensenwedstrijd’. Op nummer zeventien staan we. Er staat wat eufemistisch ‘cadeautjes voor vrijwilligers’, alsof we een luxeprobleem hebben.’

De Bruyn luistert opnieuw ingespannen naar de roep van een vogel. Afwachtend kijken Dick en Victor hem aan. ‘Het klinkt als een draaihals, een spechtachtige, maar als ik dat opschrijf verklaren ze me voor gek. Dat die hier zit is wel heel onwaarschijnlijk. Die heb ik hier in jaren niet meer gehoord.’

Geplaatst in het Leids Nieuwsblad op 22 juni 2004

Related Images: