Zangvogel treft hoog in de lucht onverwachte jager

Iedere lente en herfst overbruggen miljarden zangvogels enorme afstanden. Ze trotseren oceanen, woestijnen en andere hindernissen. Tot nu toe nam men aan dat de trekkende vogelzwermen in elk geval ’s nachts ongestoord flink kilometers konden maken. Maar Spaanse en Zwitserse wetenschappers toonden aan dat een zeldzame vleermuis ze in de duisternis belaagt.

Kleine trekvogels verplaatsen zich ook ’s nachts. Handig, omdat er dan geen roofvogels op ze azen. Maar helemaal veilig is het toch niet, blijkt nu. Voor zangvogels dreigt een gevaar als ze het zuidelijke stuk van het Iberisch Schiereiland passeren. Daar kruist hun vluchtroute een leefgebied van de Nyctalus lasiopterus, de grote rosse vleermuis. Met een vleugelspanwijdte van 45 cm is dit de grootste vleermuis van Europa. Hij heeft scherpe hoektanden en is uitgerust met een efficiënt radarsysteem.

Al in 2001 werd de grote rosse vleermuis beschuldigd van het verschalken van trekvogels. Spaanse biologen troffen namelijk veertjesresten aan in hun poep. Omdat de hoeveelheid veertjes vooral in de lente en de herfst piekte, stelden de Spanjaarden dat dit nachtdier een seizoensgebonden dieet volgt dat ieder voor- en najaar voor een groot deel uit vogels bestaat.

Onder vleermuisdeskundigen ontstond discussie over deze hypothese. Andere Europese vleermuizensoorten eten uitsluitend insecten. Bovendien vonden sceptici het eten van veren geen bewijs voor het eten van vogels. Juist in de trekseizoenen is de lucht vergeven van de zwevende veertjes. Een vleermuis kan die makkelijk aanzien voor een mugje. Om het veertje weer uit te spugen, na er abusievelijk naar gehapt te hebben, zou heel goed een grotere moeite kunnen zijn dan het gewoon door te slikken. Misschien geen bewijs, maar toch zeker een indicatie, dacht biologe Ana Popa-Lisseanu over de veertjes bevattende vleermuizenpoep.

Ze toog aan het werk met een paar andere onderzoekers uit Sevilla en Granada. Ook een sceptische Zwitserse collega bood zijn diensten aan. Als eerste moesten ze een manier vinden om het menu van de beestjes te bestuderen. Want hoe onderzoek je dat bij een vleermuis die zijn slag slaat op honderden meters hoogte, in het diepst van de nacht? De onderzoekers besloten chemische analyses te maken van vleermuizenbloed en deze te vergelijken met de samenstelling van spieren van onder meer huiszwaluwen, roodborstjes en tjiftjafs.

De vogelspieren zijn opgebouwd verschillende elementen, waaronder koolstof en stikstof. Deze stoffen komen in de natuur in meerdere varianten voor, zogenaamde isotopen. Deze isotopen blijven onveranderd van samenstelling, ook nadat ze via het maag-darmkanaal in vleermuizenbloed terecht komen. Daarom worden ze stabiele isotopen genoemd en zijn ze te gebruiken als een soort chemische vingerafdruk. Ideaal om de samenstelling van het voedsel mee te ontrafelen.

Uit analyse van hun bloed door de seizoenen heen bleek dat de vleermuizen inderdaad trekvogels verorberden. Ook de isotopensamenstelling van insecten van het vleermuizenmenu werden vastgesteld. De resultaten toonden aan dat de vleermuizen in de zomer alleen insecten aten, in de lente zo nu en dan ook een vogeltje verschalkten en in de herfst juist heel veel vogels verslonden. De biologen verklaren het verschil tussen voor- en najaar uit het feit dat in de massale herfsttrek vooral vogelouders met hun jongen naar het zuiden vliegen. In deze groep bevinden zich meer onervaren en dus kwetsbaarder jonge vogels. Ideale prooien voor een handige vleermuis.

In de lente is de migratie kleinschaliger: alleen de taaiere vogels die de herfsttrek én de winter hebben overleefd trekken dan weer terug naar het noorden. De grote rosse vleermuizen in Spanje en Portugal hebben hiermee, voor hun soort, een bijzondere jaagmethode ontwikkeld. De enige bekende andere jager op Europees-Afrikaanse trekvogels is een enkele valksoort, die langs de Mediterrane en Afrikaanse kusten op de vogels loert. Maar die doet dat overdag.

De vleermuis is waarschijnlijk niet afhankelijk van de vogels voor zijn voedselvoorziening. Zijn soortgenoten in andere delen op het Europese continent voeden zich uitsluitend met insecten. In Spanje en Portugal vliegt tweemaal per jaar een overvloedig maal door het luchtruim van de vleermuis. En dat is blijkbaar, zoals de biologen aantoonden, te verleidelijk om onaangeroerd te laten passeren.

Ana G. Popa-Lisseanu, Antonio Delgado-Huertas, Manuela G. Forero, Alicia Rodriguez, Raphael Arlettaz en Carlos Ibanez:

‘Bats’ Conquest of a Formidable Foraging Niche: The Myriads of Nocturnally Migrating Songbirds,’ Public Library of Science online, 14 februari 2007.

Related Images: